In mei 2009 vierde Parc Astérix zijn twintigste verjaardag. Astérix zelf wordt deze week vijftig jaar. Zowel stripboeken als pretpark zijn populair en succesvol.

Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Astérix is een nieuw stripalbum verschenen: De verjaardag van Astérix en Obelix: het gouden album. De reeks over de onoverwinnelijke Galliër is een van de meest succesvolle in de stripwereld, met 325 miljoen verkochte albums in 107 talen en dialecten. Ook het in 1989 geopende Parc Astérix in Plailly, ten noorden van Parijs, draait tegenwoordig succesvol, met winsten die jaarlijks schommelen tussen drie en vier miljoen euro.

Themapark

Al in 1967 gaven tekenaar Albert Uderzo en schrijver René Goscinny toestemming voor een Astérix-pretpark, tussen Nice en de luchthaven. Het park werd een flop en sloot al na enkele seizoenen de poorten. Maar in het hoofd van Uderzo bleef het plan hangen voor een eigen themapark voor zijn geesteskinderen, zeker na zijn bezoek aan Disneyland in de Verenigde Staten. In maart 1989, na een bouwperiode van drie jaar, werd zijn droom werkelijkheid.

{googleads right}Fransen

Parc Astérix heeft een omzet van 69 miljoen euro, een stijging van elf procent vergeleken met het jaar daarvoor. Ook de winst vertoont een opgaande lijn. Het park is vooral populair onder de Fransen: 85 procent van de 1,8 miljoen bezoekers komt uit Frankrijk zelf. Bij ‘buurman‘ Disneyland Parijs ligt dat percentage op veertig procent. 

Investeringen

Eigenaar Compagnie des Alpes heeft zich voorgenomen de komende jaren flink in Parc Astérix te investeren; er staan grote nieuwe projecten op stapel. Tussen 2004 en 2008 waren de vernieuwingen op een laag pitje komen te staan omdat het Franse bedrijf zich vooral concentreerde op de aankoop van nieuwe parken. Inmiddels behoren de Walibi-parken, Avonturenpark Hellendoorn en het Dolfinarium tot de keten. In 2008 werd voor het eerst weer een grote nieuwe attractie gepresenteerd: het kantelende huis Le Défi de César waarin bezoekers worden ‘gerekruteerd’ voor het leger van Julius César. 

© 2009 TEKST: PARKPLANET – FOTO: PARC ASTÉRIX