De kostuumafdeling van Disneyland Paris is de grootste van Europa. Tien ontwerpers buigen zich er dagelijks over nieuwe kledingstukken voor castmembers, artiesten, de Disney-figuren en de animatronics, de poppen in de attracties. Nog eens 45 personen zijn in de weer met het maken en herstellen van kleding. “Ongeveer 45 procent van onze tijd steken we in het onderhoud van al onze kostuums”, weet Hélène Hanquez, senior manager van de afdeling Costuming Production. “De overige uren zijn we druk in de weer met het vervaardigen van nieuwe kleding.”

“Elke morgen tussen zes en negen uur – dus nog voor de bezoekers komen – controleren medewerkers alle kleding van de poppen in de attracties”, vertelt Hélène. “Soms is er iets mis; is er een scheurtje ontstaan, is er kleding los gegaan of is er olie op de stof gevallen. Dat kan niet: alles moet piekfijn in orde zijn. Wij vervangen die kleding dan. Om ’s ochtends vroeg niet met jasjes en broeken door het park te moeten sjouwen, staat er in iedere attractie een brandkast met daarin een reserve-exemplaar van alle kledingstukken van de animatronics.”

Manager Hélène somt trots enkele duizelingwekkende getallen van de afdeling Costuming van Disneyland Paris op: in het park zijn enkele miljoenen kledingstukken aanwezig. In totaal hangen er vijftigduizend complete showkostuums klaar voor gebruik en zijn er tienduizend oudere pakken opgeslagen in kledingdepots. Ieder jaar worden er vijfduizend nieuwe kostuums, hoeden en accessoires ontworpen en gemaakt.

In het gebouw van Costuming staan 650 bakken vol met knopen, gespen, koord, ritsen, veters en lint. Al die garnituren zijn nodig om de kledingstukken te voorzien van kleurrijke, betoverende en romantische details. “Want het draait om de details”, zegt Hélène. “Het valt niet onmiddellijk op, je ziet het niet meteen, maar het wordt wel gemist als ze er niet zijn. We werken heel veel met Swarovski-kristalletjes, want die glinsteren zo lekker. Voor het borduurwerk wordt Lurex gebruikt, een metaalgaren in brons, zilver of goud. Dat is heel helder, bijna lichtgevend. Alle borduurklussen worden gedaan in een speciaal atelier in Lyon.”

De bijzondere aandacht van Hélène gaat uit naar de Disney-prinsessen, de favorieten van alle meisjes. Elke prinses heeft een zomer- en winteroutfit. Ook als het koud is, moeten de gasten de prinsessen kunnen herkennen aan hun specifieke kleding; dikke jassen, gebreide wanten en ijsmutsen zijn uit den boze. Hélène: “De jurk staat centraal, die moet zichtbaar blijven. Om de kou te trotseren krijgen de prinsessen huidkleurige arm- en beenbedekking, gracieuze lange handschoenen en soms een elegant capeje.”

Hélène neemt ons mee naar de prinsessenjurken. Ze wijst naar de zilverkleurige bloemen die op elke japon zijn geborduurd. “Dat is uniek voor Disneyland Paris: hier heeft elke prinses een andere bloem op haar jurk. In de andere Disney-parken vind je dat niet.” Op de gele jurk van Belle staan rozen, margrietjes sieren de robe van Assepoester en op de japon van Tiana zijn waterlelies gestikt. De afdeling van Hélène is nu al aan het nadenken over de bloem voor de nieuwste Disney-prinses: Merida uit de film Brave, die in juni in Amerika in de bioscoop verschijnt.

Het kerstseizoen is een extra drukke tijd voor de Costuming-afdeling. Hélène houdt een tekening van Duffy omhoog. “Speciaal voor kerst hebben we meer dan honderd kostuums ontworpen en ook één voor hem”, wijst ze op de schattige Disney-beer. “Daarbij hebben we in totaal vierhonderd meter stof gebruikt. Voor de elfen die de kerstman begeleiden in de parade zijn zeventig kostuums en 45 hoeden gefabriceerd.” Op de kostuums werden allerlei accessoires genaaid. “En ook daarbij houden we van grote getallen”, lacht Hélène. “Wat denk je, hoeveel belletjes en gouden knopen hebben we op de kleding gezet? Vijfhonderd en zevenhonderd!”