‘Hij is 26 en speelt nog met poppen.’ Het grapje wordt vaak gemaakt, ook door Thijs van Empel zelf. Maar in Sprookjesboom de Musical: een gi-ga-gantisch avontuur is het spelen met poppen een echt vak. “Iets om trots op te zijn”, vindt Thijs, die in de voorstelling achter de huid kruipt van Wolf en Draak. “Het is een kunst om met deze poppen te spelen; ze zijn groot en behoorlijk zwaar.” De twee Sprookjesbosbewoners uit de Efteling zitten met een heup- en een schouderbevestiging aan Thijs vast. “Met zo’n pop hangt er een heel gewicht aan me. Zelfs het ademen wordt moeilijker.”
Televisiekarakters
De eerste editie van de musical gebaseerd op de populaire animatieserie Sprookjesboom stond in de zomer van 2009 op de planken van het Efteling Theater in Kaatsheuvel. Vooraf is er toen lang nagedacht hoe men de televisiekarakters op het toneel vorm kon geven. “De Amerikaanse musical Avenue Q bracht de producers op het idee om het op deze manier te doen; met poppen die tot leven worden gebracht door acteurs”, vertelt Van Empel. “Bij de vorige versie was het maar de vraag of het zou lukken; of Efteling Theaterproducties er wel de juiste mensen voor had en of het idee zou aanslaan.” Dat bleek het geval. Thijs van Empel lacht: “Het succes was met zeventigduizend bezoekers gi-ga-gantisch. Het was min of meer een toevallig succes; iets wat je overkomt.”
Karikaturen
Bij een tweede editie wordt het dan moeilijker: welslagen dwing je niet zomaar af, zegt Van Empel. “Je kunt wel zeggen: we maken een musical voor de hele familie, met laagjes voor kinderen en voor ouders er in. Dat klinkt logisch, maar zo eenvoudig is dat niet. Het schrijfteam van Sprookjesboom de Musical gaf ons een prachtig script en zei: ‘Maak er iets moois van’. Wij zijn er toen mee aan de slag gegaan: lezen, aanvullen, waar nodig veranderen. Je wilt leuk zijn, maar het verhaal moet wel verteld worden. En we zijn al karikaturen, dus het gevaar bestaat dat je doorslaat. De credits dat het een echte familiemusical is geworden liggen bij regisseur Hetty Feteris; in het tot aan de première voortdurende proces van aanpassingen heeft zij steeds de juiste beslissingen genomen.”
Stijlboek
In de Sprookjesboom-musical is Klein Duimpje het zat om zo’n ukkie te zijn. Heks maakt sluw gebruik van de wens van de jongeman en tovert hem groot. Zoals het een sprookje betaamt, heeft dat grote gevolgen, maar loopt alles uiteindelijk goed af. En al staat het gelukkig einde bij voorbaat vast, voor de rest is een dik stijlboek aanwezig. Dat zorgt er voor dat alle karakters dezelfde eigenschappen hebben en houden, op het scherm en in het theater. “We houden ons zo goed mogelijk aan de stijlomschrijving, maar al spelenderwijs kom je tot de ontdekking dat er een verschil is tussen animatie en toneel”, vertelt Thijs van Empel. “In live entertainment moet je emoties soms uitvergroten. Binnen bepaalde marges kan dat, en daar wordt dan uitvoerig en continue over gediscussieerd.”
Doortimmerd concept
De karakters die Thijs speelt zijn zeer verschillend van elkaar. “Wolf is stiekem en ook ijdel. Hij houdt van zijn huisje decoreren en van badderen, daar slaat hij wat in door. Draak daarentegen is stoer, wat lomp en heel mannelijk. Het grappige is dat de televisiestem van Draak in de beginjaren vertolkt werd door een Vlaamse vrouw. Later werd dat een man. Sprookjesboom ziet er nu uit als een doordacht en doortimmerd concept, maar bij de start zes jaar geleden was het echt zoeken naar de juiste weg. Ik heb daar zelf ook een klein steentje aan bijgedragen; ik heb geëxperimenteerd met de poppen. Met de poppenmaker heb ik allerlei bewegingen uitgeprobeerd. Ik heb Wolf nog als een geraamte gezien; ik heb een heel mooie weg met dit beest afgelegd. Nu ben ik een twee-eenheid met hem, hij is mijn verlengde. Met Wolf en Draak voel ik me veiliger, ze zijn mijn comfortzones. Zonder pop spelen zal straks wel weer even wennen zijn.”
2013 © Tekst: Adri van Esch – Foto’s: Adri van Esch, Efteling