Disney was de eerste die zijn themaparken naar het buitenland exporteerde. De twee parken in eigen land – in Californië en Florida – trokken miljoenen bezoekers en The Walt Disney Company besloot halverwege de jaren zeventig buiten de grenzen van de Verenigde Staten te kijken naar vestigingsplaatsen voor nieuwe filialen. Op 15 april 1983 opende Tokyo Disneyland, dat onder licentie van Disney volledig werd opgezet door een Japans bedrijf, en in de jaren daarna kwamen er Disneylanden in Parijs, Hongkong en Shanghai.
Succesvol exportproduct
Ook Legoland werd de afgelopen decennia een succesvol exportproduct. Het oorspronkelijke themapark rond de wereldberoemde bouwblokjes in het Deense Billund kreeg zusterparken in Engeland, Duitsland, de Verenigde Staten, Maleisië, Japan en Dubai. De expansie van het Legomerk als pretpark is te danken aan Merlin Entertainments. Die Engelse firma kocht in 2005 het recht om Legoland-parken te bouwen van het Deense Lego, dat destijds in zwaar weer verkeerde. Met Lego gaat het inmiddels weer goed, met Legoland ook.
Onder de Six Flags-vlag
Niet alle exportpogingen zijn een succes. De bekende Amerikaanse pretparkexploitant Six Flags waagde in 1999 de oversteek naar Europa. Het bedrijf kocht Warner Bros. Movie World – nu Movie Park Germany – en de Walibi-parken bij Brussel en in de Flevopolder. Die werden omgetoverd tot Six Flags Belgium en Six Flags Holland. Meer Europese parken stonden op de nominatie om onder de Six Flags-vlag te gaan opereren, maar de kosten bleken te hoog en de opbrengsten te laag. Het Rollercoaster Capital-concept bleek toch te weinig onderscheidend. De Amerikaanse pretparkreus trok zich in 2004 terug van het Europese continent, maar wilde het in Dubai opnieuw proberen. Ook dat faalde: het plan om in het oliestaatje in 2019 Six Flags Dubai te openen mislukte.
Efteling in Oost-Europa?
De wens om de succesvolle parkformule te exporteren – bijvoorbeeld naar een Oost-Europees land waar de attractieparkenbranche nog in de kinderschoenen staat – leeft ook bij onder meer de directie van de Efteling. Vijf jaar geleden al opperde toenmalig directeur Bart de Boer het idee een tweede Efteling te beginnen in het buitenland, met meer uitbreidingsmogelijkheden dan in Kaatsheuvel en een betere bereikbaarheid. Dat plan ligt er nog steeds; als een mooie kans zich voordoet zal de Efteling daar zeker naar kijken, is het standpunt van de huidige directeur Fons Jurgens. Prioriteit heeft een nieuwe Efteling over onze landsgrenzen echter niet.
Historische themaparken
Verder dan alleen denken aan een vestiging over de landsgrenzen zijn de parken Puy du Fou en Ferrari Land. Het succesvolle historische Franse themapark Puy du Fou heeft vergaande plannen voor nieuwe filialen. In 2019 startte de bouw van een Puy du Fou nabij het Spaanse Toledo, een investering van 242 miljoen euro. Met externe partners bespreekt het bedrijf uit de Franse Vendée momenteel een vestiging in China. De planning is om het Chinese park in 2025 te openen, twee jaar later gevolgd door een derde themapark ergens in Europa of China. Puy du Fou heeft al ervaring met het exporteren van spectaculaire openluchtshows: Raveleijn in de Efteling is een productie van de Fransen, net als Kynren, an epic tale of England, een voorstelling voor achtduizend toeschouwers in het Engelse plaatsje Bishop Auckland.
Prestigieus automerk
Vergaande plannen voor het exporteren van pretparken heeft ook het Italiaanse Ferrari. In 2010 zag het eerste themapark rond het prestigieuze automerk het licht: Ferrari World in Abu Dhabi. Op 7 april 2017 opende Ferrari Land naast pretpark Port Aventura in het Spaanse Salou. Als het aan Ferrari-directeur Sergio Marchionne ligt, blijft het niet bij twee themaparken. Hij denkt aan parken op alle continenten waar het automerk een groot deel van zijn producten afzet. Als eerste werelddelen waar na Europa en het Midden-Oosten een Ferrari land zou moeten komen noemt Marchionne Noord-Amerika en Azië.
Expertise exporteren
Dat een park exporteren niet altijd goed afloopt, ondervond Tivoli Gardens in Kopenhagen. De Denen gaven in 1997 een Japanse firma een licentie om een vestiging van Tivoli te openen in Kurashiki, 150 kilometer ten oosten van Hiroshima. Kurashiki Tivoli Park startte in 1998, maar sloot tien jaar later definitief de poorten. “Wij hebben de stekker eruit getrokken”, vertelt Simon Verheij van het Deense Tivoli. “Het Japanse park was slecht en er zat geen verbetering in. Het was onze naam niet waard.” Toch haalt Tivoli Gardens in Kopenhagen nog steeds omzet uit export: het populaire stadspark stelt zijn expertise beschikbaar aan buitenlandse parken. Verheij: “Tivoli International helpt andere parken bij het design en het opzetten van een business model en restaurants. Dat hebben we gedaan bij Coney Island in Brooklyn, New York, en bij parken in het Midden-Oosten en China. Uit onze buitenlandse projecten hebben we één belangrijke les getrokken: doe nooit water bij de wijn!”
► Een pretpark midden in de stad, gaat dat?
2017 © Tekst: Adri van Esch – Foto’s: Lasse Salling/Tivoli, Legoland, Puy du Fou, Six Flags