De Efteling wil naar alle windstreken vernieuwen en uitbreiden om in 2030 jaarlijks zeven miljoen bezoekers te trekken. Aan de oostkant – langs rijksweg N261 – is de lokale weg Horst omgelegd, waardoor de Efteling acht hectare grondgebied aan het park kan toevoegen. Op dit terrein zijn enkele grotere, beeldbepalende attracties gepland. Ten zuiden van het attractiepark moet een nieuwe toegangsweg komen en meer verblijfsaccommodatie. Voor het gebied aan de westkant heeft de Efteling ook volop plannen, onder meer voor grotere parkeerterreinen, nieuwe – vooral overdekte – attracties en een uitbreiding van het Sprookjesbos. Grote uitdaging zal zijn: waar haalt het bedrijf het geld vandaan voor de gigantische uitbreidingsplannen? De Efteling is in de afgelopen 67 jaar nooit een armlastige organisatie geweest, maar het nu voorliggende masterplan vergt heel grote investeringen. Volgens Pieter Cornelis, docent Theme park concepting & economics bij hogeschool Fontys in Tilburg, moet er sprake zijn van een positieve vicieuze cirkel die bestaat uit de ingrediënten meer bezoekers, kortere wachttijden en hogere inkomsten.
Vol inzetten op capaciteit
Meer bezoekers levert in de regel langere wachttijden op. Als de Efteling die problematiek weet te tackelen – dus de wachttijden weet terug te dringen – levert dat meer tevreden gasten op en vervolgens weer meer bezoekers. De Efteling moet volgens Pieter Cornelis vol inzetten op capaciteitsverbetering. Vanzelfsprekend moet de directie zelf beslissen hoe de capaciteit in het attractiepark wordt uitgebreid en verbeterd, rekening houdend met onder meer de attractiemix per doelgroep, de weersonafhankelijkheid en wat de concurrentie doet, maar Cornelis schotelt de directie toch een paar ideeën voor: “Een investering in een grote waterattractie ligt voor de hand vanwege het beperkte aanbod op dit gebied in de warme en drukke zomermaanden. Daarnaast zou een indoor speelgebied voor kinderen tot tien jaar een toegevoegde waarde voor het park kunnen hebben omdat de attractie- en speelwaarde voor deze belangrijke doelgroep relatief beperkt en versnipperd is. Tot slot zou internationaal sterk aansprekend Intellectual Property kunnen zorgen voor de gewenste aanwas van bezoekersaantallen uit het buitenland.”
Positieve vicieuze cirkel
Meer bezoekers betekent meer inkomsten, en dus meer investeringskracht. Als die bezoekers ook nog eens meer uitgeven, ontstaat een positieve kettingreactie, betoogt Pieter Cornelis. Korter wachten verhoogt niet alleen de tevredenheid, maar zorgt er ook voor dat de gasten meer tijd hebben om te shoppen, te eten en te drinken. Het gaat nog verder, legt Cornelis uit. “Verhoging van de beleving van het park betekent toegevoegde waarde voor de gast. Die is daarom bereid een hogere toegangsprijs te betalen. De entree voor de Efteling is sowieso al heel laag: voor een avondje theater betaal je veel meer en vergelijkbare parken in het buitenland zijn stukken duurder.” Meer inkomsten uit entreegelden en bestedingen in het park leveren meer winst op voor de Efteling, en dus meer mogelijkheden om te investeren. Investeringen zorgen voor meer toegevoegde waarde, meer bezoekers en hogere ticketprijzen. En voor meer winst, waarmee de positieve vicieuze cirkel rond is.
Meer ruimte voor investeringen
Pieter Cornelis wijst ook nog op de gunstige effecten van meer vakantiehuisjes bij het park, meer appartementen en extra hotels. Bezoekers blijven langer – worden van daggasten vakantiegasten – en komen van verder weg, tot ver over de grenzen van Nederland. De Efteling zou volgens Cornelis met de geschetste maatregelen zeker 10 tot 12 procent van de jaarlijkse omzet kunnen inzetten voor investeringen. Met een huidige jaaromzet van ruim 211 miljoen euro kan het Kaatsheuvelse bedrijf jaar in, jaar uit minimaal 20 miljoen euro investeren, en dat bedrag wordt alleen maar hoger.
Mondiale ontwikkelingen
Het samenspel van meer capaciteit, minder wachtrijen en meer investeringsruimte is slechts één van de uitdagingen die de Efteling tot 2030 wacht, stelt Pieter Cornelis. Het bedrijf zal in de komende jaren zeker nog andere al dan niet voorziene vraagstukken het hoofd moeten bieden. “Wat wordt bijvoorbeeld de rol van een ontmoetingsplaats als de Efteling als virtual en augmented reality de fysieke omgeving gaan overheersen?”, vraagt de docent zich af. “Wat betekent verdere digitalisering van de samenleving voor het attractiepark? Een ander scenario: wat als we straks vanwege terrorisme niet meer met zoveel mensen gelijktijdig op één plek durven samen te komen? Of als de olieprijs ooit dermate hoog wordt dat vervoer naar het park een belangrijk issue wordt. Natuurlijk: het parkmanagement van de Efteling kan aan de olieprijs niets veranderen. De directie kan ook de consequenties niet beïnvloeden. Maar de Efteling zou al wel voorbereid moeten zijn op zulke mondiale ontwikkelingen.” Ook dát zijn uitdagingen die tot 2030 op het pad van het park kunnen komen.
► Welke kant gaat het op met de Efteling?
2016/2019 © Tekst en foto’s: Adri van Esch