Er is en blijft maar één Disneyland en dat ligt in Anaheim. Lange tijd hield bedenker en bouwer Walt Disney vast aan deze stelling. Hij weerstond de lokroep van talloze steden in de Verenigde Staten die bij Disney aanklopten met de vraag of hij ook in hun stad een themapark wilde bouwen. Disneyland ten zuiden van Los Angeles bleek na de opening op 17 juli 1955 een gigantisch succes. Het toen nog kleine stadje Anaheim had voordat Disney er zijn eigen land bouwde welgeteld 84 motelkamers. Twee jaar na de opening van Disneyland waren er duizenden kamers. Het inwoneraantal van Anaheim groeide van minder dan vijftienduizend toen naar meer dan 350.000 nu. Geen wonder dat iedere burgemeester van een grote stad Walt Disney wilde binnenhalen. Maar Walt had geen interesse. Waarom zou hij nog een Disneyland bouwen als hij in Anaheim alle ruimte en mogelijkheden had om zijn eigen pretpark steeds weer te verbeteren en te vernieuwen?
Doorn in het oog
Disneyland was voor de grondlegger de perfecte speelplaats waar hij al zijn creatieve ideeën kon verwezenlijken. Meer wilde Walt niet. Toch veranderde tussen 1955 en 1960 langzaam zijn mening. Want het overweldigende succes van Disneys themapark werd een doorn in zijn eigen oog. De weilanden en open velden direct grenzend aan Disneyland stonden namelijk binnen een aantal jaren vol met goedkope motels, lelijke drankwinkels, wanstaltige souvenirshops en opzichtige lichtreclames. Er waren zelfs plannen voor een twintig verdiepingen hoog Sheraton-hotel pal naast Walts geliefde park. Disney kon in zijn eigen land alles tot op de millimeter plannen en regisseren, buiten de grenzen van zijn Disneyland had hij amper invloed op de ontwikkelingen. Heel voorzichtig begon de meester toch te denken aan een tweede Disneyland, waarbij alle fouten die gemaakt werden bij de ontwikkeling van het originele park vermeden zouden worden. Walt wilde vooral héél veel land, zodat hij zelf kon bepalen wat er rondom zijn themapark wel en niet zou worden gebouwd. En genoeg land om ook zijn nieuwste plannen te kunnen verwezenlijken.
Testcase in New York
Het nieuwe Disneyland moest ten oosten van de Mississippi komen. Om zeker te zijn van zijn zaak liet Walt – net zoals hij dat deed bij Disneyland in Californië – studies uitvoeren naar de beste locatie. En hij zocht naar een manier om te testen of het publiek aan de oostkust van de Verenigde Staten zijn attracties zou kunnen bekoren. Die testcase vond hij in de Wereldtentoonstelling van 1964 die in New York werd gehouden. Voor dat evenement mocht Disney voor vier grote bedrijven een paviljoen ontwerpen. Voor Ford bedacht hij Magic Skyway, voor General Electric de Carousel of Progress, voor de staat Illinois ontwikkelde hij Great Moments with Mr. Lincoln en Pepsi kreeg het iconische It’s a Small World (foto). De vier creaties behoorden tot de vijf meest succesvolle attracties van de Wereldtentoonstelling en verhuisden na afloop alle vier naar Disneyland in Anaheim. Walt wist: ook aan de oostkust zou Disneyland een succes worden.
‘That’s the place’
Volgende stap was het vinden van de juiste locatie. Diverse kandidaten vielen af: Palm Beach in Florida omdat het aan de zee lag. Walt wilde niet concurreren met het strand. Bij Saint Louis in de staat Missouri was naar Walts zin te weinig grond beschikbaar. De winter bij Niagara Falls was te lang en ook de streek ten noorden van Washington viel af vanwege het weer: te wisselvallig. Al deze steden en streken werden door Walt en een klein team van vertrouwelingen verkend met het eigen vliegtuigje dat het bedrijf van Disney kort daarvoor het aangeschaft. Toen alle potentiële kandidaten waren weggestreept, besloot Walt vanaf Washington de kustlijn naar het zuiden te volgen, spiedend naar de perfecte locatie voor zijn ‘Disneyland East’. Boven centraal Florida vroeg Disney aan de piloot zo laag mogelijk te vliegen zodat hij de uitgestrekte moeraslanden ten zuiden van Orlando goed zou kunnen bekijken. Op de terugvlucht naar de Walt Disney Studios in Burbank hakte Walt vlak voor de landing de knoop door: “Well, that’s the place: central Florida”.
In het diepste geheim
Walt Disney had zijn zinnen gezet op een enorme lap grond op de plek waar de snelwegen Interstate 4 en de Florida Turnpike elkaar in een X kruisen. Hij wilde minimaal vierduizend hectare verwerven om al zijn plannen te kunnen verwezenlijken. Want Walt wilde naast een themapark á la Disneyland ook een stad van de toekomst bouwen. Een naam had hij al: Experimental Prototype Community of Tomorrow, afgekort Epcot. In 1963 startte Disney met het opkopen van grondstukken in het hartje van Florida. Dat gebeurde in het diepste geheim: Disney wist dat zodra grondeigenaren door hadden dat hij de grond wilde kopen de prijzen omhoog zouden schieten. Daarom werden de onderhandelingen gedaan door medewerkers van Disney, verliepen alle contacten via een bevriend advocatenkantoor in New York en werd gehandeld in opdracht van nepbedrijven als Ayefour Corporation, Bay Lake Properties, Tomahawk Properties en Compass East.
Voor een habbekrats
Het eerste en meteen grootste stuk grond werd gekocht van drie plaatselijke aannemers. Zij wilden hun ruim vijfduizend hectares graag kwijt. Disney kocht het enorme grondgebied voor de bodemprijs van 1,8 miljoen dollar. Waarom de huizenbouwers hun land zo graag kwijt wilden, bleek korte tijd later: zij bezaten wel de grond, maar niet het recht om op die grond fosfor – gebruikt voor het vervaardigen van kunstmest – te winnen. Die rechten waren doorverhuurd aan de particuliere universiteit Tufts College in Boston en het contract liep weldra af. Na lang onderhandelen wisten de vertrouwelingen van Disney ook die rechten te verwerven, voor een extra kostenpost van bijna 74.000 dollar. Het eerste grondstuk was binnen, maar Walt was nog niet tevreden. Hij besefte dat als hij ook Epcot wilde bouwen hij veel meer land nodig had. Hij dirigeerde enkele van zijn steunpilaren het hol van de leeuw binnen: Walt had zijn oog laten vallen op bijna 3500 hectare grond die in het bezit was van Irlo Bronson. De landeigenaar was tevens politicus en senator in Florida. Na dagenlange gesprekken – waarbij open kaart werd gespeeld – besloot Bronson zijn grond voor een habbekrats te verkopen. Hij wilde een beter toekomst voor de inwoners van Florida, zo beargumenteerde hij zijn opmerkelijke beslissing. Als dank kreeg snelweg 192 die ten zuiden van Walt Disney World loopt de bijnaam Irlo Bronson Memorial Highway.
The Florida Project
In oktober 1965 kwam er een einde aan het geheimzinnige Project X. Een journalist van de regionale krant Orlando Sentinel vond genoeg redenen om aan te nemen dat niet Ford, Nasa, Boeing of Hallmark zoveel grond ten zuiden van Orlando had aangekocht, maar de Walt Disney Studios. De reporter kopte groot op de cover ‘We say: Mystery industry is Disney’. Voor Walt Disney was dat het moment om naar buiten te treden met zijn ambitieuze plannen. Op 15 november 1965 organiseerden Walt en zijn broer Roy een persconferentie waarin ze The Florida Project wereldkundig maakten (foto). Op dat moment stond er nog ongeveer honderdtwinig hectare grond op het wensenlijstje van Disney. Dat land werd aangekocht voor 2500 dollar per hectare, zeven keer zoveel als Disney neertelde voor de eerder aangekochte hectares.
Utrecht en Nieuwegein samen
Op 15 december 1966 – nog voordat het werk aan The Florida Project begon – overleed Walt Disney aan de gevolgen van longkanker. Op zijn ziekbed bemoeide hij zich nog uitvoerig met de voorbereidende werkzaamheden voor Disney World. Hij schetste de lay-out voor zijn Vacation Kingdom op een servetje en gebruikte het plafond van zijn kamer in het Saint Joseph Medical Center in Burbank om een plattegrond van Epcot te tekenen. Na zijn dood nam broer Roy Disney de leiding bij de verdere ontwikkeling van wat Walt Disney World zou gaan heten, als eerbetoon aan de grote visionair. Epcot wordt in de koelkast gezet, als eerste zou het Magic Kingdom worden gebouwd, een vergrote en verbeterde versie van Disneyland in Anaheim. Precies op de plek die Walt zelf op het servetje had getekend: in de uiterste noordwestelijke hoek van het enorme grondgebied. Een terrein dat uiteindelijk – door slim plannen en onderhandelen – 12.140 hectare groot is. Voor net iets meer dan 5 miljoen dollar had Walt Disney een terrein gekocht dat net zo groot is als de gemeenten Utrecht en Nieuwegein samen. Of de gemeente Brussel plus de gemeente Genk erbij. Een lap grond waarop al zijn ideeën postuum zouden kunnen worden verwezenlijkt.
► Dankzij zijn oudere broer Roy kwam Walt’s laatste droom – Disney World in Florida – tot leven
► Epcot, sinds 1982
► Weetjes en feiten uit Disney World
► Disney over de hele wereld
2019 © Tekst: Adri van Esch – Foto’s: Disney