De geschiedenis van de Flevohof gaat terug naar de jaren zestig van de vorige eeuw. Al vaak was in agrarische kringen de wens geuit om meer aandacht van het grote publiek te krijgen voor de land- en tuinbouw in Nederland. In 1960 lukte dat: toen werd in Rotterdam voor het eerst de Floriade gehouden. Deze wereldtuinbouwtentoonstelling in een nieuw park vlakbij de Maastunnel was een groot succes: in zes maanden tijd mocht de Rotterdamse Floriade zo’n vier miljoen bezoekers verwelkomen. De Euromast is een overblijfsel van die allereerste Floriade, die daarna om de tien jaar in een andere plaats in Nederland werd georganiseerd.
Vooral stedelingen
De Floriade smaakte naar meer; steeds vaker werd gesproken over een permanente landbouwtentoonstelling. Tijdens de viering van het 75-jarig bestaan van de Landbouwhogeschool in Wageningen – in 1986 omgedoopt tot Landbouwuniversiteit en in 2016 tot Wageningen University & Research – werden voor het eerst concrete stappen gezet voor een ‘permanente landbouwmanifestatie’. Er werd een commissie opgericht die de mogelijkheden moest onderzoeken en uitwerken. Bovendien werd er een stuk grond van 150 hectare gereserveerd in de in 1957 drooggelegde polder Oostelijk Flevoland. Doel was een park te ontwikkelen waar bezoekers – en dan vooral de stedelingen – het hele jaar door konden zien hoe landbouwproducten van verschillende agrarische bedrijven in de schappen van de supermarkten kwamen. Om ook jonge gasten te trekken zouden er voor hen allerlei actieve recreatiemogelijkheden moeten komen.
Officiële opening
In 1967 werd de Stichting Flevohof opgericht. Het startkapitaal van de stichting werd bijeengebracht door de productschappen in de vee- en akkerbouwsector, en door landbouworganisaties, banken en verzekeringsmaatschappijen. Toen Flevohof op 21 mei 1971 voor het publiek openging, was er 21,5 miljoen gulden geïnvesteerd. Omgerekend is dat circa 9,75 miljoen euro, naar huidige maatstaven ruim 43 miljoen euro. De opening werd verricht door prinses Beatrix en haar man prins Claus. Ze waren – zoals dat hoort als je een dagje boer of tuinder bent – vroeg opgestaan om de poorten voor het eerst te openen: al om 06.49 uur lieten zij een grote wekker rinkelen, als teken dat Flevohof officieel geopend was.
Exposities
Het nieuwe visitekaartje van agrarisch Nederland bestond uit twee onderdelen in een groot, groen park. Het meest in het oog lopend waren de exposities in dertien grote gebouwen, die met elkaar waren verbonden door overdekte looproutes. Bezoekers konden een wandeling maken van 2,5 kilometer en onderweg in paviljoens hun kennis over de agrarische sector in Nederland oppoetsen. De wandeling startte in het Hoofdpaviljoen, tegenwoordig als Hall of Fame onderdeel van de Mainstreet van Walibi, waar onder meer de entree van loopingachtbaan Xpress Platform 13 zich bevindt. In het Hoofdpaviljoen presenteerde het Ministerie van Landbouw en Visserij zich. Andere stops op de expositieroute waren het Zuivelpaviljoen, met onder meer een kaasmakerij, het Vleespaviljoen, het Graanpaviljoen en het Tuinbouwpaviljoen. Op de route lagen ook bloemenkassen, groentekassen en een champignonkwekerij.
Paulus de Boskabouter
Voor jonge bezoekers was er een Kinderdorp met kleine huisjes, op de plek waar nu Walibi Play Land ligt. Aan het dorpsplein woonden de destijds bekende televisiekarakters Paulus de Boskabouter en heks Eucalypta. In een ander huisje liepen muizen rond; zij hadden een compleet minidorpje tot hun beschikking om in te rennen. Er waren ook een Spookhuisje, een Schildershuisje, een Pottenbakkershuisje en een Knutselhuisje. Het Kinderdorp werd omringd door een speeltuin, een kinderboerderij en een cowboysaloon. In het Indianendorp konden de jeugdige bezoekers de vijver oversteken via een kettingbrug of een plons nemen in het water. Populair waren ook de oldtimers, het treintje rond het park – een deel van het traject bestaat nog steeds – en de botsautootjes.
Wereldtuinen
In 1982 kreeg de Flevohof een nieuwe impuls: op veertig hectare grond werden de Wereldtuinen aangelegd. Tussen de expositiegebouwen in lagen tuinen met bomen en planten uit alle werelddelen. In de Heidetuin stonden veertig verschillende heidesoorten, de Panoramatuin overweldigde bezoekers met 35.000 vaste planten en de Coniferentuin omvatte de grootste in Nederland gekweekte collectie coniferen. Diverse tuinen waren gewijd aan landen: de Franse tuin was aangelegd in Versailles-stijl, in de Zwitserse Alpentuin bloeiden Edelweiss en Alpenklokjes, de Japanse tuin had gesnoeide beplanting en bonsaiboompjes en de Romeinse tuin werd gekenmerkt door fonteinen en beeldhouwwerken. Nederland presenteerde zich in de Bloembollentuin en in de tropische kassen groeiden vierhonderd soorten exotische planten uit het regenwoud.
Gat in de markt
Flevohof zat in 1982 nog steeds in de lift. Het park kocht aan het slot van de Floriade die dat jaar in Amsterdam Zuidoost werd gehouden paviljoens, plantmateriaal en exposities op, die eind 1982 en in 1983 werden overgebracht naar Biddinghuizen en daar weer werden opgebouwd. Naast de Wereldtuinen opende Flevohof Waterland, een Giethoorn-achtig themagebied met bootjes om te punteren, een authentieke Zaanse houtzaagmolen, een Hollandse wipwatermolen en diverse boerderijtjes met Oudhollandse hoenderrassen. Het bezoekersaantal schommelde rond de 600.000 en de directie constateerde met tevredenheid dat ‘Flevohof een gat in de markt bestrijkt’.
Faillissement
Halverwege de jaren tachtig werd Flevohof heel bekend om zijn televisiecommercial. Het liedje ‘Beleef de dag van je leven in de Flevohof’ van de hand van de bekende componist Joop Stokkermans bleef hangen in ieders geheugen. Het vrolijke reclamefilmpje kon echter niet voorkomen dat enkele jaren later toch de klad in het succes van Flevohof kwam. Door de enorm toegenomen concurrentie liep het bezoekersaantal terug. Bovendien had het park in de Flevopolder nagelaten te investeren in moderne expositiemethoden en nieuwe attracties. Eind 1991 vroeg de Stichting Flevohof het faillissement aan. Het park werd overgenomen door de Belgische Walibi Group van Eddy Meeùs.
Zeven gezinsattracties
Meeùs deed in 1992 wat al veel eerder had moeten gebeuren en het bedrijf wellicht had kunnen redden van het faillissement: hij zette zeven gezinsattracties in het park. Naast een ballenbad en een reuzenglijbaan plaatste hij een waterglijbaan met bootjes, een zweefmolen en een kleine achtbaan. Het park heette dat jaar nog steeds Flevohof, maar had een andere eigenaar en had voortaan de hele familie als doelgroep. In 1993 bleef het park gesloten; Eddy Meeús gebruikte dat seizoen om Flevohof een complete metamorfose te geven.
File naar Walibi Flevo
In 1994 was de Flevohof definitief passé: de naam werd veranderd in Walibi Flevo. Het park was uitgebreid met nieuwe, spannende attracties, waarvan de hangende achtbaan El Condor van de Nederlandse fabrikant Vekoma de meest opvallende was. El Condor was de eerste loopingcoaster op het Europese vasteland met stoeltjes onder de rails. Nieuw waren ook twee wildwaterbanen: de boomstammenbaan Crazy River en de kolkende rivier El Rio Grande. Dat bleek te werken: op Hemelvaartsdag 1994 trok de vernieuwde Flevohof zoveel belangstellenden dat het park twee uur de poorten moest sluiten. Terwijl in het park het maximale aantal van 12.000 bezoekers al bereikt was, stond in de polder nog een gigantische file met ongeduldige nieuwsgierigen. In 1998 kreeg Walibi Flevo de zestig meter hoge lanceertoren Space Shot. In dat jaar werden ook diverse tentoonstellingsgebouwen van de Flevohof afgebroken. 1999 was het laatste jaar dat er een referentie aan de Flevopolder in de naam zat: in 2000 kreeg het park de naam Six Flags Holland.
Rollercoaster Capital of Europe
In het eerste jaar na de eeuwwisseling nam de Amerikaanse pretparkketen Six Flags het park in de Flevopolder over. Naast een nieuwe naam – Six Flags Holland – kreeg het park liefst dertig nieuwe attracties en shows, waaronder lanceerachtbaan Superman The Ride (nu: Xpress Platform 13), houten achtbaan Robin Hood (nu: Untamed) en het Batman Thrill Spectacular. Internationaal bekende tekenfilmfiguren uit de Looney Tunes als Bugs Bunny, Daffy Duck, Road Runner, Speedy Gonzales en Tweety werden de mascottes van het pretpark. Sinds het jaar 2000 worden in het park ook de ongekend populaire Halloween Fright Nights georganiseerd. In 2002 werd megacoaster Goliath geopend, wat de slagzin die in Biddinghuizen gebruikt werd extra lading gaf: Six Flags Holland, The Rollercoaster Capital of Europe.
#Hardgaan
In 2004 vertrokken de Amerikanen weer uit Europa en kwam de naam Walibi terug, omdat uit marktonderzoek bleek dat die naam nog bij een groot deel van de bevolking bekend was. Van 2005 tot en met 2010 heette het pretpark Walibi World. De Looney Tunes moesten het veld ruimen. Ze werden vervangen door de vertrouwde oranje kangoeroe. Eind 2010 besloot moedermaatschappij Compagnie des Alpes alle vier de Walibi-parken in Europa eenzelfde, lokale naamstructuur te geven. Na de naam Walibi kwam telkens het land of de streek te staan waarin het pretpark gelegen is. De parken Walibi Belgium (ten zuidoosten van Brussel) en Walibi Rhône-Alpes (tussen de Franse steden Lyon en Chambéry) voldeden al aan het gewenste naamcriterium. Walibi Aquitaine ging Walibi Sud-Ouest heten (nu Walygator Sud-Ouest) en Walibi Holland werd in 2011 omgedoopt in Walibi Holland. In 2014 werd de slogan #Hardgaan ingevoerd. Met hashtag, inspelend op de jeugdige doelgroep en de daar populaire social media. Zo onderging in vijftig jaar tijd één van de drukst bezochte locaties in Flevoland een ware metamorfose: van Kijk, Speel & Doe Park naar Hardgaan.
► Onverwacht, verrassend, eigenzinnig – de strategie van Walibi Holland
20 maart 2021 © Tekst: Adri van Esch – Foto’s: Nationaal Archief, folder Flevohof, Adri van Esch