In 1970 starten de voorbereidingen voor de viering van het vierde lustrum van de Efteling. In 1971 bestaat het park twintig jaar en bezoekers moeten getrakteerd worden op een grote nieuwe attractie, zo is de gedachte. Die belofte wordt elk jaar ingelost: in 1966 kreeg het park De Indische Waterlelies voor het vijftienjarig bestaan en ook de twintigste verjaardag zal gevierd worden met een nieuwe aanwinst. Besloten wordt een ‘Pieckeriaanse’ driedimensionale miniatuurwereld achter glas te bouwen. Het Diorama – vormgegeven als een levende prent van Anton Pieck – verrijst in een hal achter de stoomcarrousel.
► De geschiedenis van de Efteling in vogelvlucht
Kleindochter van Anton
Het tientallen meters lange door Pieck getekende Diorama wordt in de eigen werkplaats van de Efteling gebouwd. In de miniatuurwereld werd gebruik gemaakt van ‘forced perspective’, een techniek om gebouwen en taferelen hoger en dieper te laten lijken dan ze zijn. Walt Disney gebruikte dit procedé al om Main Street en het kasteel van Doornroosje in zijn park groter te laten lijken. In het Diorama werd de techniek om diepte te creëren onder meer toegepast bij de treintjes die door de immense kijkkast rijden: de miniatuurtreinen op de voorgrond zijn Spoor 0 (schaal 1 op 45), de treintjes in de bergen zijn H0 (schaal 1 op 87). Het Diorama zou oorspronkelijk openen op 8 april 1971, de donderdag voor Pasen. Die openingsdatum wordt niet gehaald. Bijna zeven weken later dan gepland – op dinsdag 25 mei – opent Els Pieck, de kleindochter van Anton, de nieuwe jubileumattractie door een hefboom over te halen waarmee alle effecten in het Diorama in werking worden gesteld.
Tekening cadeau
In 1971 wordt voor het eerst een enquête gehouden onder de bezoekers. Wie deelneemt krijgt als dank een tekening van het Diorama van Anton Pieck cadeau. Er komen 500.000 formulieren retour. Daaruit blijkt dat het gros van de buitenlandse bezoekers afkomstig is uit België, Duitsland, Noord-Frankrijk en de Scandinavische landen. Uit de vragenlijst blijkt ook dat de Efteling procentueel meer volwassen bezoekers trekt dan kinderen. Waaruit blijkt dat het park ook voor de ouderen voldoende te bieden heeft, zo concludeert de Efteling tevreden.
Internationale onderscheiding
In 1972 krijgt de Efteling zijn eerste internationale onderscheiding. In het Victoriaans Theater – een nieuwe accommodatie naast de stoomcarrousel – neemt oud-voorzitter Reinier van der Heijden de Pomme d’Or in ontvangst, verleend door de Fédération Internationale des Journalistes et Écrivains du Tourisme (FIJET). De Efteling krijgt de eervolle prijs voor zijn opzet, originaliteit en recreatieve functie. Bij de overhandiging zwaait staatssecretaris van Economische Zaken Jan Oostenbrink het park lof toe: “De Efteling vervult een belangrijke functie omdat het park is afgestemd op massatoerisme. De Efteling heeft de ontwikkeling om veel toeristen te kunnen ontvangen weten waar te maken, en dat is geen sprookje”, aldus de bewindsman bij de uitreiking van de Pomme d’Or.
Kabouterhuis
In 1972 krijgt de Efteling naast het nieuwe Victoriaans Theater ook een bewoond kabouterhuis, met slapende kabouters en actieve muizen. Anton Pieck laat buiten een kabouter vissen en een dwerg door het dakraampje naar de voorbij wandelende bezoekers kijken. In 1973 wordt het sprookje De Wolf en de Zeven Geitjes aan het Sprookjesbos toegevoegd. In dat jaar opent manege Duyksehoef, gelegen tussen het attractiepark en bungalowpark Het Kraanven. Naast de reeds bestaande boerderij wordt een hal gebouwd met een rijbak van 20 bij 40 meter. In de stal van manege Duyksehoef is plaats voor 25 paarden en twintig pony’s.
Stationnetje
In 1974 krijgt stoomlocomotief Aagje er een collega bij: Moortje. Het traject van de stoomtrein is verlengd van het Sprookjesbos tot aan de Sint Nicolaasplaets, waar een nieuw stationnetje is gebouwd. Halverwege het tracé is een stukje dubbel spoor met wissels aangelegd waar Aagje en Moortje elkaar kunnen passeren, want de treinen rijden het baanvak nog steeds heen- en terugrijdend af. Dat jaar vestigt zich ook een musicerende kabouter in een holle boom. Hij speelt op zijn spinet de muziek van de paddenstoelen in het Sprookjesbos, meldt de Efteling.
Sint Nicolaas
De drie daaropvolgende jaren zijn rustig; er komen geen grote nieuwe attracties bij. In 1975 wordt een fontein met Sint Nicolaas boven op een sokkel onthuld op het naar de goedheiligman genoemde plein en in 1976 opent de wankelbrug, een op tonnen drijvende, wiebelende brugconstructie van hout tussen de kanovijver en de roeivijver. In dat jaar zou de Efteling het zilveren jubileum moeten vieren, maar het feestje wordt uitgesteld tot 1978. Voor dat jaar staat de opening van het Spookslot op de kalender. In 1977 wordt het winkelaanbod in het park uitgebreid met In den Ouden Marskramer, een souvenirshop gelegen tussen de in- en uitgang van het Sprookjesbos.
Piepende deuren
Het jaar 1978 staat in de geschiedenisboeken als het hoogtepunt van de zeventiger jaren. Op 10 mei opent het Spookslot krakend de zware deuren. In de nieuwe attractie zijn 46.000 manuren en 3,5 miljoen gulden (bijna 1,6 miljoen euro) gestoken. Het Spookslot was het eerste soloproject van Ton van de Ven, hoofd van de Creatieve Dienst en in die hoedanigheid opvolger van Anton Pieck. De piepende deuren, bewegende grafzerken, klapperende duivels, schuifelende spookgedaanten en wiebelende doodskoppen worden allemaal aangestuurd door een zelfgebouwde computer en door vaak simpele zuigertjes, pompjes, motortjes en veertjes. In het Spookslot zijn twaalf versterkers, 116 luisprekers en vijfhonderd lampen verwerkt. De elektriciteitsleidingen in het degelijke pand zijn tien kilometer lang en de persluchtleiding één kilometer. Het Spookslot is een groot succes: in 1978 wordt het recordaantal bezoekers van 1.449.078 genoteerd.
Draak Lichtgeraakt
Na het Spookslot gaat Ton van de Ven (foto) enthousiast verder met tekenen. In 1979 geeft hij Langnek een nieuw, groter lijf en een langere hals, en hij ontwerpt Draak Lichtgeraakt. Anton Pieck haalt lichtelijk de wenkbrauwen op voor de grommende draak met de rokende neusgaten. De oude meester had liever gehad dat het Sprookjesbos lieflijk en romantisch bleef. Maar de jeugd is niet weg te slaan bij het groene beest dat de plek heeft ingenomen van de Chinese Nachtegaal. In het laatste jaar van de seventies krijgen ook de stoomlocomotieven Aagje en Noortje hulp van een derde treintje: Neefje. Deze locomotief staat tegenwoordig als fotolocatie op het grasveld van de Sint Nicolaasplaets.
► De Efteling in de fifties
► De Efteling in de sixties
► De Efteling in de eighties
► De Efteling in de nineties
► De Efteling van 2000 tot 2009
► De Efteling van 2010 tot 2019
► De Efteling vanaf 2020
2020 © Samenstelling: Adri van Esch – Beeld: Efteling, Adri van Esch