‘Landscaping’ is het vormgeven van de groene ruimtes in een attractiepark. Door bomen, planten, bloemen, paden en decoratieve elementen als potten en rotsen wordt een thema of sfeer opgeroepen. Door een goede ‘landscaping’ komen attracties en themalanden beter tot hun recht. Het ontwerpen van een groene lay-out behoort bij de imagineering tot het werkgebied ‘area development’.
Inspiratie
De basis voor ‘landscape design’ in een attractiepark werd gelegd in het jaar voor de opening van Disneyland in Anaheim. Toegegeven: om inspiratie op te doen voor zijn eigen themapark had Walt Disney rondgekeken in Tivoli in Kopenhagen en daar had hij gezien dat de parkaanleg bijdroeg aan het plezier dat de bezoekers hebben. Maar heel bewust een saaie omgeving veranderen in een groene oase die ervoor zorgt dat gasten zich in een oase of het land van de toekomst wanen, dat hebben we te danken aan Disney.
Sinaasappelboomgaard
Walt schakelde in 1954 Bill Evans in om de sinaasappelboomgaard om te toveren tot een groen magisch koninkrijk. Evans had de prachtigste plannen, maar helaas niet het bijpassende budget. Om geld te besparen liet hij op verschillende plekken de bestaande bomen ongemoeid. Zo liet hij de eucalyptusbomen die ervoor zorgden dat de sinaasappelbomen tegen de wind werden beschermd staan. Nu nog zie je een enorme eucalyptusboom nog stammend uit de tijd voor dat Disneyland er was achter City Hall.
Themagebieden vorm geven
Bill Evans wist het groen in het themapark op waarde te schatten. Hij besefte dat bomen de gasten schaduw en verkoeling zouden geven op warme dagen, hij realiseerde zich dat je met groen lelijke plekken (zogenaamde ‘visual intrusion’) kon afschermen en hij wist met uitgekiende bomen, planten en bloemen themagebieden vorm te geven. Vlak voor de opening van Disneyland op 17 juli 1955 was het budget voor ‘landscaping’ helemaal verbruikt. Maar er waren nog heel veel kale plekken op de hoge berm die rond het pretpark liep. Bill Evans verzon een even simpele als geniale noodgreep: hij plantte bordjes met ontzagwekkende Latijnse namen bij het onkruid.
Vier seizoenen
Bill Evans was ook betrokken bij de ‘landscaping’ van Disneyland Paris. De Amerikaan – die destijds al tegen de tachtig liep – adviseerde het ontwerpteam van het Franse park. Meer nog dan in de andere parken van Disney had men in Europa te maken met de vier seizoenen. Bij het aanleggen van de tuinen moest men rekening houden met zestien vooropgestelde criteria, waaronder seizoensgebondenheid, kleur en hoogte. De bomen, planten en bloemen zijn stuk voor stuk zorgvuldig gekozen om de sfeer van de vijf themalanden kracht bij te zetten. Bloemen in subtiele kleuren passen perfect bij het Victoriaanse karakter van Main Street U.S.A., terwijl in Fantasyland juist bonte bloemen en struiken staan. In Frontierland staan naast gigantische redwoods – de Sequoia Giganteum – en zwarte dennen uit Oostenrijk – de Pinus Nigra Austriaca – ook 180 soorten cactussen, waarvan sommige meer dan drie meter hoog zijn.
Weelderige vegetatie
Adventureland heeft vooral een weelderige vegetatie. Hier kwam het aan op de vindingrijkheid van het landscaping-team: er werden exotische planten geplaatst die koude winterdagen aankunnen en met speciale snoeitechnieken wordt de bladgroei bevorderd. In de Walt Disney Studios staan bomen en struiken die de sfeer van een stedelijke omgeving van een Californische filmstudio versterken, zoals bloeiende granaatappel, magnolia’s, palmbomen, zijdebomen, kastanjes, rode suikeresdoorns en eiken. In totaal staan er in het Franse Disney-resort 35.000 bomen en 450.000 struiken afkomstig uit alle delen van de wereld. De oudste boom is een ceder van 150 jaar.
► Naar fun facts – onder meer over ‘landscaping’ – van Disneyland Paris
Engelentrompet en tropische palmen
Disney was halverwege de jaren vijftig de eerste die ‘landscaping’ toepaste in een attractiepark en hij zette daarmee de toon. In de decennia daarna volgden andere parken, ook in Nederland. De Efteling had een voordeel: het park bestond al. In Kaatsheuvel was op een oude, afgedekte vuilnisstortplaats een nieuw wandelpark aangelegd, dat later uitgroeide tot het groene pretpark zoals we dat nu kennen. De Efteling ziet de natuur als één van de grootste attracties van het park. Een heel groenteam is nog dagelijks bezig met ‘landscaping’: van het planten van tienduizenden bloembollen in het voorjaar tot het kweken van kuipplanten, zoals de Engelentrompet voor de Pardoes Promenade en de tropische palmen voor Fata Morgana.
Metamorfose
Af en toe behelst ‘landscaping’ de aanleg of metamorfose van een compleet themagebied. In 2007 begon de Efteling met het ‘ruiger’ maken van het Ruigrijk. Bloemvelden moesten wijken voor wilde planten, langs de oevers van de Gondoletta-beek verschenen overwoekerde eilandjes en gecultiveerde bruggen maakten plaats voor ruwhouten exemplaren. Bij de aanleg van de Magische Vallei in Toverland werden bijna 65.000 vaste planten gebruikt, waaronder klimplanten die tegen de 2800 ton steen en rots aan groeien. In het nieuwe themagebied werden honderd bomen geplant, variërend in grootte van twee tot vijftien meter.
► Een attractiepark als natuurtheater
‘Gewoon doen’
Niet alle attractieparken hebben een eigen afdeling Landscaping – en zeker niet zo’n grote als in Walt Disney World waar de afdeling 750 medewerkers telt –, maar ze doen wel allemaal aan ‘landscaping’. “Eigenlijk zijn wij daar altijd mee bezig”, zegt Wouter Dekkers, oud-directeur van Attractiepark Slagharen. “We kijken constant hoe we ons park mooier en beter kunnen maken. We plakken er echter geen etiket op, we doen het gewoon. We hebben nu eenmaal niet die honderden miljoenen euro’s die Disney daarvoor ter beschikking heeft.”
► Wat is imagineering? ► Wat is een ‘wienie’? ► Wat is ‘plussing’? ► Wat is een E-ticket? ► Wat is ‘visual intrusion’? ► Wat is ‘kinetics’? ► Wat zijn ‘animatronics’? ► Wat is ‘forced perspective’? |
2021 © Tekst: Adri van Esch – Foto’s: Disney, Adri van Esch