Efteling is niet alleen de thuishaven van de bekende sprookjes van de gebroeders Grimm, Hans Christian Andersen en Charles Perrault, het park heeft ook zélf sprookjes bedacht en uitgebeeld. De Magische Klok en De Sprekende Papegaai zijn daarvan de oudste voorbeelden: ze staan al sinds de opening in 1952 in het Sprookjesbos. Later kwamen daar De Trollenkoning en Draak Lichtgeraakt bij, en ook aan andere attracties in het park werd een sprookjesvertelling gekoppeld, zoals aan Joris en de Draak. Het arsenaal zelfbedachte sprookjes is met de uitgave van het boek Sprookjes uit het Efteling Grand Hotel flink uitgebreid met liefst negen verhalen.
Fantasierijke teksten
De sprookjes in het nieuwe 183 pagina’s tellende boek werden geschreven door Ad Grooten en Maarten Kuipers. Beiden zijn geen dilettanten op het terrein van fantasierijke teksten die zowel kinderen als volwassenen aanspreken. Grooten schreef in 2015 twintig nieuwe sprookjes voor zijn boek De Sprookjeskoningin. Voor de Efteling was hij onder meer verantwoordelijk voor de teksten van Sprookjesboom de Musical en nauw betrokken bij de eerdere sprookjesboeken van de Efteling. Maarten Kuipers verzon liedjes voor Sesamstraat en schreef onder meer de kinderboeken Roljoch en De Zolderkampioen.
Klok van de gastvrijheid
De insteek bij Sprookjes uit het Efteling Grand Hotel is het hotel te laten wortelen in het verleden. Want het luxueuze hotel mag dan wel gloednieuw zijn, door de negen sprookjes wordt de indruk gewekt dat het gebouw een lange geschiedenis heeft. Daarom ook ligt het nieuwe sprookjesboek in elke hotelkamer op tafel. Om de fantasierijke – maar verzonnen – historie van het hotel te leren kennen en door te geven aan de kinderen die er logeren. Al in het eerste hoofdstuk wordt subtiel de suggestie gewekt dat de kiem van het hotel al honderden jaren geleden werd gelegd. Een vreemdeling met de mysterieuze Klok van de gastvrijheid brengt een bezoek aan wat dan nog een bescheiden herberg is. Na zijn bezoek groeit het kleine logement uit tot een heel bijzonder hotel.
Sprekende kikker
Net als in de eeuwenoude sprookjes komen ook in de nieuw bedachte verhalen bovennatuurlijke wezens voor. De geliefde maître d’hôtel Clémence – ‘Wat zouden we zonder haar moeten beginnen?’ – wordt geholpen door een sprekende, lichtgevende kikker. Clémence denkt eigenlijk altijd aan alles, maar juist bij de glorieuze opening, op het moment suprême, vergeet zij de sleutels voor de allereerste gasten. De kikker die zij zo-even behoed heeft voor de snavel van een ooievaar is haar reddende engel. Het beestje zorgt dat honderdveertig gouden sleutels op onverklaarbare wijze naar de wachtende gasten zweven. Waarmee meteen verklaard wordt waarom er zoveel zwevende sleutels in de lobby hangen.
Wimpelspritsen en tengelbijters
De vertellingen in het sprookjesboek hebben gelijkenissen met bestaande sprookjes of relaties met attracties in de Efteling. In het sprookje Eigen deeg wordt uit de doeken gedaan hoe het in Café Biscuit verkochte koekje Pom Doortje is ontstaan. Een kundig bakker bakt wonderwafels, brokkelpootjes, droomsoesjes, knisperlingen, wimpelspritsen, tengelbijters, wentelsmoezen, vingerlikkers, tovermoppen en buikjuichers. Allemaal lekker. Maar één koekje steekt er met kop en schouders bovenuit: het Pom Doortje. Dochter Julia helpt haar vader elke dag trouw met bakken, haar zussen Grieta en Roegna doen niets. Precies zoals in de sprookjes Vrouw Holle en Assepoester, waar de luie zussen ook weigeren een hand uit de mouwen te steken. In andere sprookjes zijn er bijrollen voor Kleine Boodschap en de duiven uit het sprookje Het Bruidskleed van Genoveva. De Witte Wieven van Baron 1898 redden Bange Rik uit het water.
Lees verder onder de foto

Goed en kwaad
In sprookjes is vaak een duidelijke tegenstelling tussen goed en kwaad. De verhalen dragen ook regelmatig een opvoedkundig element in zich: goed gedrag wordt beloond, slecht gedrag bestraft. In Piccolo Bello komen beide kenmerken terug. In het sprookje leren drie piccolo’s in spe tijdens een stage in zeven wereldhotels – met als laatste het Grand Hotel – de heilige regels van het vak, waaronder ‘Loop nooit ongevraagd een hotelkamer binnen’, ‘Draag altijd een onberispelijk uniform’ en ‘Weet al wat je gasten willen vóór ze het zelf kunnen bedenken’. Tijdens hun stage ontdekken de stagelopers dat jonkheer PicaPica – een man met een scherpe neus en ogen als rozijnen – helemaal niet de chique gast is zoals hij zich voordoet. Hij is een bedrieger die uiteindelijk door de piccolostudenten wordt ontmaskerd. Als beloning krijgen de drie niet alleen hun piccolodiploma maar ook nog eens een baan in het Grand Hotel. Waar ze nog lang en gelukkig leven.
Gouden Boekjes
Een sprookjesboek is geen sprookjesboek voor de Efteling als het niet prachtig geïllustreerd is. In Sprookjes uit het Efteling Grand Hotel staan meer dan honderd kleurrijke tekeningen. Voor die omvangrijke klus werd Studio Monnikenwerk in het Brabantse plaatsje Herpt ingeschakeld. Eigenaar Job van Gelder kreeg daarbij hulp van Céline Meeuwis. Van Gelder tekende al veel vaker voor de Efteling. Van zijn hand zijn onder meer de illustraties in de Gouden Boekjes over Hans en Grietje, De nieuwe kleren van de keizer, Doornroosje, De zes dienaren en De gelaarsde kat. Hij ontwierp de verzamelboxen Huisje en Schatkist voor deze kleine boekjes met de gouden rug, en hij maakte de tekeningen voor de Efteling Sprookjes Omnibus. Voor Céline Meeuwis was de opdracht voor de tientallen dromerige tekeningen voor Sprookjes uit het Efteling Grand Hotel haar grootste karwei tot nu toe. Een klus waarvoor ze met vlag en wimpel slaagde.
Het hof maken
Sprookjes uit het Efteling Grand Hotel is een samenwerking tussen uitgeverij Ploegsma en de Efteling. Het boek op de kamers van het hotel is een voorlees- en inkijkexemplaar; wie het mee naar huis wil nemen kan het voor 27,99 euro kopen in de souvenirwinkels van de Efteling, waaronder Arcadeau, de grote nieuwe shop in de Arcade van het Grand Hotel. Het omvangrijke boek is zeker niet alleen leuk voor kinderen: volwassenen ontdekken er vele knipogen in die de kleintjes ontgaan. Zo krijgt prins Romeo van de bonkige soldaat Valerius tips hoe hij ‘rozenfluisteraar’ Soraya het hof kan maken. “Vraag haar naar haar interesses en praat niet te veel over uzelf”, adviseert Valerius. Waarop Romeo vaststelt: “Het komt best nauw hè, goed met vrouwen omgaan.” Valerius beaamt dat: “Nogal”.
► Grand Hotel: geen Pieck, vooral sjiek
► ‘Bij mijn nachtje proefslapen was ik zielsgelukkig’
► Gebouwd, gestrikt en geopend
17 augustus 2025: Tekst en foto’s: Adri van Esch