Hoe je het ook wendt of keert, de wortels van de themaparken zoals we die nu kennen liggen in Denemarken, in en rond Kopenhagen. Bakken staat te boek als het oudste amusementspark ter wereld; het stamt uit 1583. Het wereldberoemde Tivoli is weliswaar minder oud – de poorten gingen in 1843 open – maar het stadspark wordt gezien als het eerste echte themapark dat bovendien Walt Disney inspireerde bij het aanleggen van zijn eigen park bij Los Angeles.
Dyrehavsbakken
Onmiskenbaar is Bakken ‘s werelds oudste pretpark. De geschiedenis van Bakken start al in 1583 als Kirsten Piil in de bossen aan de rand van Kopenhagen een bron ontdekt. Massaal komen de inwoners van de Deense hoofdstad naar de randgemeente Klampenborg om het water te drinken en in te slaan. De waterbron ligt op een heuvel (‘bakke’ in het Deens) in het bosgebied Dyrehavs, waardoor het park de naam Dyrehavsbakken krijgt, door de lokale bevolking al snel afgekort tot Bakken. Een slimme ondernemer maakt voor het bronwater speciale kruiken, die ook nog eens de geneeskracht van het water zouden versterken. Op kannen die misvormd uit de oven komen mogen kinderen tegen een kleine vergoeding met stenen gooien. Het eerste amusement is geboren.
Ondernemers en entertainers
Om de wildstand te beschermen tegen de grote stroom bezoekers sloot de koninklijke familie het bosgebied van 1670 tot 1756 af voor het publiek. Koning Frederick V opende Bakken opnieuw voor gasten en onmiddellijk stroomden ondernemers en entertainers toe om de inwoners van Kopenhagen te vermaken. Vooral in de negentiende eeuw groeide de populariteit van Bakken, mede dankzij de verbeterde vervoersmogelijkheden. Tegenwoordig reizen bezoekers in een kwartiertje van Kopenhagen naar Bakken. Ze vinden er tientallen kermisattracties – waaronder de uit 1932 stammende houten achtbaan Rutschebanen – en eettentjes, allemaal gerund door zelfstandige ondernemers. De permanente kermis midden in de bossen trekt jaarlijks ruim 2,5 miljoen gasten.
Minuscuul achtbaanritje
Bakken mag dan het oudste attractiepark zijn, Tivoli heeft de grootste impact gehad op de hedendaagse pretparken. Al meteen na de opening in 1843 ontwikkelde Tivoli zich tot een echt themapark, met mooi aangelegde tuinen, entertainment en een achtbaanritje dat echter slechts zeven seconden duurde. Tivoli had zelfs een jaarkaart zodat bezoekers het park zo vaak konden bezoeken als ze wilden. Het idee voor het park stamde van Georg Carstensen. Hij kreeg hoogstpersoonlijk toestemming van de koning om in de weilanden net buiten de muren van de stadskern van Kopenhagen zijn Tivoli Gardens aan te leggen.
Volledig omsloten
Tivoli ontwikkelde zich gestaag – in 1844 kreeg het park de beroemde Boys Guard, in 1874 het bekende Pantomime Theater en in 1914 de nog steeds rijdende houten achtbaan – en ook Kopenhagen groeide. Binnen enkele decennia was het park volledig omsloten door de stad: aan de ene kant ligt het raadhuis, aan de andere zijde opende in 1911 het centraal station. Tivoli speelde daar handig op in: het park bouwde een tweede ingang recht tegenover het drukke treinstation en het aanbod van Tivoli werd steeds beter afgestemd op de behoeften van stadsbewoners en -bezoekers.
Walt Disney en Smøgen
In de beginjaren vijftig van de vorige eeuw bracht Walt Disney driemaal een bezoek aan Tivoli. Hij was op zoek naar ideeën voor een nieuw themapark met zijn naam en hij vond inspiratie in Tivoli. Het idee van kwalitatief hoogstaand amusement voor jong én oud, attracties en entertainment in een schone, groene omgeving en volop mogelijkheden om wat te drinken en een hapje te eten in sfeervolle restaurants en bars ontdekte hij in Kopenhagen. Het is zelfs denkbaar dat het plan voor Main Street, U.S.A. ontkiemde in Tivoli. Het stadspark heeft Smøgen, een heuvelachtig straatje vol winkeltjes, spelletjes en eettentjes. Het sfeervolle Deense steegje kreeg in 1952 een upgrade; precies in de tijd dat Walt Disney het park bezocht.
► Hoe Europa Walt Disney inspireerde
Nooit af
Walt Disney deed in Tivoli ook een van zijn bekendste uitspraken op: “Disneyland will never be completed. It will continue to grow as long as there is imagination left in the world.” De constatering dat een themapark nooit af is, maar altijd zal blijven groeien en zich ontwikkelen kwam van de grondlegger van Tivoli, Georg Carstensen (foto boven). “En daar handelen we ook naar”, vertelt Simon Verheij van Tivoli. “We presenteren regelmatig nieuwe belevenissen, we vernieuwen onze populairste attracties en restaurants constant en historische attracties als de meer dan honderd jaar oude achtbaan onderhouden we heel goed.”
Stille plekjes
Het verleden wordt gekoesterd, ook bij het nemen van hedendaagse beslissingen. “Carstensen en zijn navolgers bepaalden dat er in Tivoli altijd rustige plekken zouden zijn waar gasten heerlijk kunnen ontspannen. Dat houden we zo: hoe lucratief het ook mag zijn, we zullen het stillere parkdeel nooit vol zetten met snelle en spectaculaire attracties.”
Het DNA van Tivoli
Simon Verheij geeft nog enkele voorbeelden van hoe de geschiedenis de toekomst van Tivoli bepaalt. “Lichtjes zijn heel belangrijk in ons park; bij avond is Tivoli op z’n mooist. Vroeger kon men – vanwege de hoge kosten – de lampjes niet elke avond laten branden. Nu kan dat wel en we zullen dat ook altijd doen. Het draagt in hoge mate bij aan de magische atmosfeer in ons park.” Beroemde Deense designers ontwierpen verlichting speciaal voor Tivoli. Ontwerper Poul Henningsen werd begin vorige eeuw wereldberoemd met zijn niet-verblindende lampen. Als hoofdarchitect van Tivoli in de jaren veertig kwamen deze lampen ook in het park terecht.
Energiezuinige lamp
Designer en kunstenaar Olafur Eliasson ontwierp in 2017 een kunstzinnige, energiezuinige lamp speciaal voor de tuinen van Tivoli (zie kader onderaan). “De ontelbare lampjes in Tivoli, dat zit in ons DNA”, vertelt Verheij. “Net zoals muziek en cultuur in onze genen zit. We hebben een eigen pantomimegroep, een symfonieorkest, een jazzband, een eigen balletschool en natuurlijk de Youth Guard, die tegenwoordig bestaat uit honderd jongens én meisjes. Dat zal altijd blijven; muziek en cultuur maken deel uit van de kostbare historie van Tivoli.”
Voor iedereen
Altid som aldrig for. Het is de slagzin van Tivoli: Altijd als nooit tevoren. Tivoli is er al ruim 170 jaar, maar is toch steeds anders. Eén ding is in al die jaren gebleven: Tivoli is er voor iedereen. “Het park is er voor jong en oud. En het is voor iedereen betaalbaar. Ouders en grootouders nemen hun kinderen en kleinkinderen mee en delen met hen herinneringen. Toen we merkten dat we de jongvolwassenen van 20 tot 35 jaar te weinig bereikten, bedachten we in 1997 Friday Rock, vrijdagavondconcerten met bekende artiesten op ons open air-podium Plænen. De concerten zijn inbegrepen in onze jaarkaarten. Zo’n seizoenskaart geeft toegang tot het park en kost slechts veertig euro. Wie in de attracties wil, koopt losse tickets of een armband die de hele dag geldig is voor alle belevenissen. Dat concept is razend populair: we hebben niet minder dan 300.000 abonnementshouders!”
Acht hectare, 4,7 miljoen bezoekers
Tivoli is met iets meer dan acht hectare één van de kleinste attractieparken ter wereld, maar met 4,7 miljoen bezoekers per jaar en een top-5-positie in Europa, met 300.000 abonnementshouders en 19.000 aandeelhouders, met een toplocatie in het hart van Kopenhagen en met een geschiedenis van ruim 170 jaar meteen één van de grootste.
Als in Tivoli de lampjes branden gaanIn de avond, als alle lampjes branden, is Tivoli op z’n mooist. Verlichting in Tivoli is dan ook niet zomaar verlichting. Al in de jaren veertig van de vorige eeuw besteedde het park in Kopenhagen veel aandacht aan de sfeerverlichting. Dat was een verdienste van ontwerper Poul Henningsen, in Denemarken liefdevol PH genoemd. Hij introduceerde in 1925 tijdens de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs een lamp die mensen niet verblindt. Een revolutie in die tijd; hij won er op de Wereldtentoonstelling een prestigieuze prijs mee. Henningsen was halverwege de vorige eeuw ook hoofdarchitect van Tivoli. Zijn historische lampen kregen overal in het stadspark een plekje. Zwerm lichtjesIn 2017 mocht een andere bekende Deense designer lampen ontwerpen voor Tivoli: Olafur Eliasson bedacht speciaal voor de tuinen van het park de lampenserie Light Swarm. De 33 lampen zweven tussen de bomen langs de vijver. Ze bestaan uit kruisende geometrische bronzen frames die zijn voorzien van gekleurd en ongekleurd glas. Dat bijzondere glas maakt dat het licht van kleur verandert als men er langs loopt. Ook het veranderende daglicht zorgt voor diverse kleurschakeringen. Volgens kunstenaar Eliasson vormen de lampen een glinsterende zwerm die zachtjes wiegt in de wind. Vandaar de naam Light Swarm. ► Nog meer kunst in een attractiepark: Europa-Park is ook een kunstgalerie |
► Een pretpark midden in de stad, gaat dat?
2016/2020 © Tekst: Adri van Esch – Foto’s: Anders Bøgild (Tivoli), Adri van Esch