Ronald van der Zijl is directievoorzitter van de Efteling en woont in het Brabantse Herpt. Hij streek in het kleine dorpje neer vanwege de ruimte en de stilte. “Drukte overdag is prima, maar ’s avonds wil ik graag rust.” Van der Zijl over zijn woon- en werkplek.
“De bezoekers hangen vandaag met de benen buiten”. Je hoeft geen groot observator te zijn om te zien dat Ronald van der Zijl gelijk heeft. De parkeerterreinen staan tot op de laatste vierkante meter vol, zelfs het reserveparkeerterrein heeft geen enkel leeg plekje meer over. Nieuw arriverende gasten worden naar aanpalende wegen verwezen om hun auto te stallen en achter in het park is een poortje geopend om hen daar binnen te laten. De Efteling is afgeladen. Van der Zijl heeft er gemengde gevoelens bij: hij is blij met zoveel aanloop, maar beseft ook dat de bezoekers niet optimaal zullen kunnen genieten van het attractieaanbod. “Maar de mensen doen het écht zichzelf aan”, verzekert de directievoorzitter. “Gisteren was het aantal bezoekers nog niet éénvijfde van vandaag. Het is massagedrag: men reageert op het weerbericht. En dan nog niet eens op het feitelijke weer, maar op de voorspelling.”
Pretentieloos prutsen
Ronald van der Zijl (61) kwam tien jaar geleden naar het befaamde Kaatsheuvelse attractiepark. Vanuit Klarenbeek, ten zuidoosten van Apeldoorn, streek hij neer op een boerderijtje in Herpt, in de Brabantse gemeente Heusden. “Dat was puur toeval; daar was wat te koop”, geeft hij toe. “We wilden graag weer buiten wonen. Drukte overdag is prima, maar ’s avonds wil ik graag rust. Dit huis was in heel redelijke staat toen we het kochten; het was twintig jaar daarvoor gesloopt en weer helemaal opnieuw opgebouwd. De tuin is smal en diep. Nee, geen moestuin. Groenten komen van de supermarkt of de groenteboer. Ik ben meer van het grovere werk: gras maaien, bomen snoeien, pretentieloos prutsen en klussen. Het is ook een tuin waarin de drie kleinkinderen lekker kunnen ravotten. En het huis heeft vrij uitzicht: richting het pontje en naar de kranen van de werf.” De vesting Heusden is een plek binnen de gemeente die Van der Zijl kan bekoren. “Prachtig, alleen jammer dat er nog een paar bouwvallen staan. Dat zijn virtuele schandvlekken. Doodzonde. Wat ik ook betreur is dat er onvoldoende durf is om het stadje autovrij te maken. De stad is nooit ontworpen voor auto’s. Haal ze in ieder geval weg van de Vismarkt en uit het winkelgedeelte van de Breestraat. Rondom de vesting barst het van de parkeergelegenheid. Ik kan me aan ergeren aan het verzet tegen het autovrij maken, dat is in mijn ogen kruideniersmentaliteit.” Van der Zijl pleit ook voor meer leilindes en een muziekkoepeltje. “Nee, het mag zeker geen museum worden. Maar maak het fraai en zorg dat het leeft. Voorkom dat er straks alleen nog maar galerieën zijn; zorg dat er ook brood te koop blijft.”
Winkelen
Ronald van der Zijl geeft eerlijk toe dat hij, behalve thuis, verder niet vaak in de gemeente Heusden vertoeft. “In Herpt kom ik eigenlijk bijna nooit. Op de rotonde ga ik altijd rechtsaf; het dorpje ligt links. Heel af en toe fiets ik er doorheen. Slechts zelden, want ik ben zuinig op mijn fiets haha. Ik ga momenteel naar de fysiotherapeut in Heusden, dat wel. Ik heb een nieuwe heup, maar dat verloopt nog niet helemaal naar wens. Vandaar dat ik ook al een jaar niet meer gesport heb. Ik ben lid van het ouwelullenhockey in Den Bosch, van het team met de langste remweg. Soms haal ik een boodschap in Heusden, maar meestal ga ik daarvoor naar Waalwijk. Lekker winkelen met mijn vrouw? Ben je gek, dan loop ik gillend weg!”
Concurrentievervalsing
De directeur verhaalt over het succes van de Efteling. Parkbonzen uit de hele wereld komen in Kaatsheuvel kijken hoe zij het doen. “Ze imiteren veel, daar word ik soms wel verdrietig van. Neem de Winter Efteling. Iedereen raadde ons dat avontuur af; er waren eenvoudiger manieren om failliet te gaan werd gezegd. Maar het werd een gigantisch succes en allemaal doen ze ons nu na. Attractieparken, maar ook winkelcentra. Recentelijk nog in Waalwijk. Dat is een ramp geworden, met een verlies van meer dan twee ton. Daar moet overheidsgeld in om dat recht te trekken, en dan heb je het toch over concurrentievervalsing. Voor ons is belangrijk dat we de intimiteit en de uniciteit van de Efteling handhaven. Ook al zullen we steeds navolging vinden, we moeten toch altijd weer een voorsprong creëren. Ons park kopiëren lukt niet, daarvoor is hier een te uniek samenspel ontstaan. De Efteling is verankerd in de Nederlandse cultuur. Met ruim drie miljoen bezoekers per jaar hebben we theoretisch gesproken in vijf jaar tijd alle Nederlanders op bezoek gehad.”
Sprookjesachtig
Het meest bekend is de Efteling om het Sprookjesbos. Ronald van der Zijl speelde een rol bij de reanimatie van het kroonjuweel van het park. “Tien jaar lang was er niks meer aan het Sprookjesbos gedaan, terwijl het toch de ziel van de onderneming is. In het Sprookjesbos vertellen ouders en kinderen elkaar verhalen, er wordt emotie opgeroepen. In de afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in nieuwe sprookjes. Als het aan mij ligt komt er volgend jaar een Sprookjesboom bij, naar onze gelijknamige, succesvolle animatieserie. Ik mag dan zelf niet zo sprookjesachtig zijn – ik ben een nuchtere vent, een econoom die alles tegen het licht houdt en vraag wat het kost en wat het opbrengt – ik ben wel een liefhebber van sprookjes. Want sprookjes zijn heel waardevol.”
Verblijfsaccommodatie
De Herptenaar verwacht dat de Efteling begin volgend jaar start met de bouw van de langverwachte verblijfsaccommodatie. “We zijn overtuigd van het nut, in bedrijfseconomische zin, maar ook om de natuur te beschermen. We dragen bij aan de ecologische verbindingszone van Natuurmonumenten door ons oude bungalowpark Het Kraanven terug te geven aan de natuur. We hadden op die plek zonder problemen bungalows kunnen bouwen, maar dat doen we niet. Ik heb al gezegd dat ik pas weg ga als de verblijfsaccommodatie gerealiseerd is. Ha, ik heb mensen nog nooit zo hard zien lopen”.
► Verblijfspark Bosrijk
► Verblijfspark Loonsche Land
2007 © Tekst: Adri van Esch – Foto: Efteling