In 1952 konden bezoekers van de Efteling voor het eerst kennismaken met het Sprookjesbos, waarvoor romantisch illustrator Anton Pieck de schetsen maakte. Op het technische vlak werd hij bijgestaan door Peter Reijnders, die zorgde voor de bewegende taferelen. Destijds een unicum waar de pers gretig bovenop dook. Het eerste jaar waren er tien sprookjes te bewonderen: het Kasteel van Doornroosje, Sneeuwwitje en de zeven dwergen, de Kikkerkoning, de Magische Klok, de Chinese Nachtegaal, de Sprekende Papegaai, Langnek, de Kabouterhuisjes, de Put van Vrouw Holle en Kleine Boodschap.
Het Sprookjesbos werd jaar na jaar uitgebreid; op dit moment telt het dertig sprookjestaferelen. Geliefd bij de bezoekers zijn vooral de brabbelende Trollenkoning, het door de Belgische oud-koningin Fabiola geschreven sprookje De Indische Waterlelies en Het Meisje met de Zwavelstokjes.
Marerijk
Het Sprookjesbos heeft een – zeker in verhouding tot de status van de beroemde attractie – onopvallende hoofdingang, gelegen in het Marerijk, tussen het Carrouselpaleis en winkel In den Oude Marskramer. Er is ook een zij-ingang – aan de Pardoes Promenade – maar gebruik je die, dan sla je een stukje van het Sprookjesbos over. Wil je alle sprookjes zien, ga dan naar binnen via de hoofdingang in het Marerijk en volg het doorgaande rode klinkerpad. Via de zijweggetjes kun je je route inkorten, maar dan loop je diverse sprookjestaferelen mis. Trek voor een wandeling door het Sprookjesbos gerust een tot twee uur uit. Hou er wel rekening mee dat in het bos slechts één toiletgroep is, halverwege de route aan het Herautenplein (bij de bekende kabouter Kleine Boodschap). Aan dat plein is tevens een horecapunt gevestigd: Kleyne Klaroen, met koffie en broodjes. Op drukkere dagen is ook horecapunt Kogeloog open, tegenover Langnek. Je kunt er ijs, koffie, thee en frisdrank bestellen.
Tip: ga het Sprookjesbos binnen door de hoofdingang, naast winkel In den Oude Marskramer in het Marerijk. Door deze entree te gebruiken volg je de route door het Sprookjesbos zoals die bedoeld is. Neem je toch liever de zij-ingang aan de Pardoes Promenade, sla dan linksaf richting Langnek (of als je rechtsaf gaat: bezoek het paddenstoelendorp en het kasteel van Doornroosje, en loop dan dezelfde weg terug richting Langnek).
Omhoog naar het kasteel
Bezoekers betreden het zes hectare grote Sprookjesbos door de originele, uit de beginjaren stammende Heksenpoort en komen vervolgens op de toegangslaan naar het Kasteel van Doornroosje. Via de kronkelende trap kan men naar boven, waar Doornroosje ligt te slapen en ook de koks in de keuken in diepe rust zijn. In 1988 betrok de heks een kamertje in het witte kasteel, waar ze zit te spinnen aan het verraderlijke wiel. Wie moeilijk de trappen naar boven kan beklimmen, kan ook achter het kasteel langs wandelen of de pad nemen die vóór het kasteel langs gaat.
Slapende en schrijvende kabouters
Achter het kasteel ligt het Kabouterdorp. De kabouterhuisjes waar kinderen doorheen kunnen lopen (maar waar ouders buiten moeten wachten) dateert al uit 1952. In 1972 werd de paddenstoel met de slapende kabouters toegevoegd en een jaar later de boom met de muziekkabouter. In 1980 werd het dorpje uitgebreid met twee nieuwe huisjes, met vissers, het schrijvertje en een wasvrouwtje.
Langnek en Roodkapje
Het sprookje De Zes Dienaren wordt vertegenwoordigd door Langnek, de bekende reus met de langer wordende hals. Even verderop op het pad ligt het huisje van Roodkapjes oma. Het meisje staat met een mandje vol lekkernijen aan de deur, niet wetend wat haar te wachten staat. In bed ligt de wolf te likkebaarden; grootmoeder is door hem al opgepeuzeld.
Waar is Pinokkio?
Het sprookje van Pinokkio (2016) wordt in meerdere scènes verteld. Net voorbij het huisje van Roodkapjes oma ligt de werkplaats van Geppetto. Pinokkio en de timmerman zijn daar duidelijk al heel lang niet meer geweest. Bosdiertjes hebben de werkplaats overgenomen. Je gaat op zoek naar Pinokkio en komt langs de sluwe kat en vos die ook op zoek zijn naar de ondeugende houten pop. Uiteindelijk kom je bij een haventje waar een reusachtige monstervis in het water ligt. Door de interactieve hengel te gebruiken wordt al snel duidelijk of Pinokkio hier te vinden is. Voorbij het sprookje Pinokkio is een zijweg die leidt naar de uitgang van de Efteling. In het open huisje iets verderop dansen de Rode Schoentjes (1953) en doet de Trollenkoning (1988) zijn opmerkelijke voorspellingen. De trillende tegel voor de boom van de waarzeggende trol is zeer geliefd bij kinderen. Tussen de Sprekende Papegaai en de fontein van De Kleine Zeemeermin (1970) staat de toren van Raponsje (2001). Het meisje kan alleen door haar lange vlecht te laten zakken mensen toelaten tot haar hooggelegen kamertje.
Brullende draak
Halverwege de sprookjesroute komt Draak Lichtgeraakt (1979) op het pad van de argeloze wandelaars. Deze brullende en rook uitspuwende dame kwam in plaats van het sprookje De Chinese Nachtegaal, dat nu elders in het bos wordt uitgebeeld. Dapper is moeder geit van De Wolf en de Zeven Geitjes (1973). Zonder het te weten wandelt zij recht op de angstaanjagende draak af. Haar sprookjeshuis ligt enkele meters verder. Binnen zitten de geitjes te ganzenborden, terwijl één geitje bang in de staande klok is gekropen. Geen wonder: bij de buitendeur staat de wolf te loeren.
Snoephuisje
In een flauwe bocht op de sprookjesroute ligt het pannenkoekenhuisje van de heks. Krakelingen en bontgekleurde lekkernijen sieren de muren. In het tuintje sprankelt vruchtenlimonade uit het fonteintje en op de muurtjes staan rijkgedecoreerde taarten. Van verre komt de argeloze boswandelaars al een heerlijke baklucht tegemoet. Maar trap er niet in, zoals Hans en Grietje deden. Want dan beland je net als de twee kinderen in de macht van de heks. In dit uit 1955 daterende sprookje komt de heks tevoorschijn achter het deurluikje als je op de klink van het poortje drukt.
Herautenplein
Op weg naar het Herautenplein kruist Vrouw Holle het pad van de bezoekers. In haar put kan het verhaal bekeken en beluisterd worden. Vrouw Holle zelf schudt naast de put haar kussen zo hard uit dat het gaat sneeuwen (2006).
Op het Herautenplein zijn diverse sprookjes uitgebeeld. Dat begint met kabouter Kleine Boodschap, die de weg naar de toiletten wijst. Links op het plein ligt herberg De Ersteling, waar het sprookje Tafeltje Dek Je te bewonderen is. Buiten staat ook Ezeltje Strek Je. Het verhaal van Sneeuwwitje is met liefst twee taferelen aanwezig. In het kasteel is de boze stiefmoeder te zien (1999) en ernaast ligt Sneeuwwitje in haar grot, betreurd door haar zeven dwergen (oorspronkelijk uit 1952, vernieuwd in 1975).
Hemdjes van bosasters
Langs de grot van Sneeuwwitje ligt een paadje dat leidt naar het sprookje De Zes Zwanen (2019). Bezoekers kunnen de scène van het Grimm-sprookje over de dappere Elisa die haar broers moet redden van een betovering op twee manieren bewonderen: ‘varend’ of ‘starend’. Staren kan door een raam in het slot, varen op de rug van een bijna drie meter lange zwaan. Ronddobberen tussen de vleugels van één van de zes zwanen geeft de mooiste beleving: je kunt Elisa, die hemdjes van bosasters aan het breien is, dan recht in de ogen kijken.
Kikkers spelen met gouden bal
Komend vanaf De Zes Zwanen kun je het statige huis waarin Assepoester (2009) woont niet over het hoofd zien. Het sprookjestafereel bevat veel details, waardoor bezoekers meerdere malen kunnen teruggaan en steeds weer iets nieuws zullen ontdekken.
Midden op het plein staat de fontein van De Kikkerkoning en in de hoek wordt het verhaal verteld van De Magische Klok. De witte duiven op het plein horen bij het sprookje Het Bruidskleed van Genoveva.
Beroemde waterlelies
Net na het Herautenplein ligt de toegang tot De Indische Waterlelies (1966). Het sprookje van de nachtgodin die de elfjes in waterlelies gevangen houdt, is nog steeds een publiekslieveling. Het verhaal werd geschreven door de eind 2014 overleden prinses Fabiola van België. Tussen de in- en uitgang van De Indische Waterlelies liggen de trappen naar het Sprookjesbostheater, waar in de openlucht diverse malen per dag kindervoorstellingen worden opgevoerd. Iets verderop ligt de reus uit Klein Duimpje te snurken (1998). Het kleine mannetje probeert dapper de zevenmijlslaarzen van de reus te pakken te krijgen.
Om de hoek komt er rook uit het huisje van Repelsteeltje (1998). Het afzichtelijke kereltje zingt dat niemand zijn naam weet, maar hij ziet niet dat hij wordt afgeluisterd… Het donkere sprookje Het Meisje met de Zwavelstokjes (2004) wordt meesterlijk uitgebeeld in het kasteelachtige gebouw verderop. Het verhaal eindigt droevig: het meisje vertrekt met haar grootmoeder naar de hemel.
Nieuwe kleren
In de verste uithoek van het Sprookjesbos ligt De Nieuwe Kleren van de Keizer (2012). In het theehuisje in de keizerlijke paleistuin naaien twee schrandere kleermakers voor de monarch een nieuwe garderobe. Die weliswaar onzichtbaar is, maar dat wil niemand toegeven, omdat hij of zij dan dom zou zijn. Wanneer de ijdele vorst in zijn nieuwe ‘kleren’ door de paleistuin paradeert, ziet iedereen dat hij helemaal niets aan heeft en wordt hij smakelijk uitgelachen om zijn ijdelheid. Het sprookje is ingesproken door Paul van Vliet.
Even verderop staat de grote, wijze Sprookjesboom (2010), bekend van de gelijknamige televisieserie. Kinderen zijn niet weg te slaan bij de machtige boom, die een kruin heeft van dertien meter hoog en dertien meter breed. De Sprookjesboom spreekt de bezoekers persoonlijk aan en hij vertelt een kort verhaaltje.
Vliegende Fakir
De route door het Sprookjesbos wordt afgesloten met twee taferelen; een klassieker en een vernieuwd sprookje. De Tuinman en de Fakir (1958) wordt in de volksmond en om begrijpelijke reden ook wel De Vliegende Fakir genoemd. De Chinese Nachtegaal kreeg in 1999 een nieuwe plek, in een eigen Oosters paleis.
Langs souvenirwinkel In den Oude Marskramer wandelen bezoekers het Sprookjesbos weer uit. Wie nog meer sprookjesfiguren wil ontmoeten kan een ritje maken met de stoomtrein; die rijdt door een sprookjesstation, met onder meer De Gelaarsde Kat op het perron. Ook elders in het pretpark staan kleine sprookjestaferelen, zoals De Ganzenhoedster, Zwaan Kleef Aan en De Bremer Stadsmuzikanten op het Anton Pieckplein en Holle Bolle Gijzen verspreid over het hele park.
► De eerste tien sprookjes in het Sprookjesbos
Gebroeders Grimm hofleveranciers van SprookjesbosDe gebroeders Grimm en de Deense schrijver Andersen hebben samen meer dan de helft van de dertig vertellingen in het Sprookjesbos van de Efteling geleverd. Jacob en Wilhelm Grimm zijn de hofleveranciers: de Duitse broers hebben elf verhalen uit het bos op hun naam staan, Hans Christian Andersen schreef vijf van de uitgebeelde sprookjes. De overige verhalen komen uit de serie Sprookjes van Moeder de Gans van Charles Perrault, van Carlo Collodi, van de voormalige Belgische koningin Fabiola en van de Efteling zelf. Gebroeders GrimmDoornroosje ► De sporen van de gebroeders Grimm Hans Christian AndersenDe Rode Schoentjes ► Hans Christian was fan van Tivoli Charles Perrault (Sprookjes van Moeder de Gans)Doornroosje Carlo CollodiPinokkio Fabiola Mora y AragónDe Indische Waterlelies Eigen creatie EftelingPaddenstoelenhuisjes |
SprookjesstemmenWie zijn de stemmen bij de sprookjes? Lees hier welke bekende Nederlanders hun stem leenden aan de Efteling. |
► Investeren in het Sprookjesbos: Ezeltje Strek je poept door
► Naar het parkprofiel van de Efteling
© Tekst en foto’s: Adri van Esch